Hoofdtekst
Bij ons in de geburen was er zo'n vrouwke en dat was ook een heks. En die kwam dan veul bij nen boer en die had 'ns gezeid: "As die nog eens komt, die zal ik eens hebben." En toen ze kwam, zeien ze: "Och, kom maar wat aan 't vuur zitten, want 't is zo koud." Die hadden zo ne grote heerd en ze zetten daar nen zetel of ne stoel, da weet ik na zo just nie meer, en ze zetten ze daarin. Toen begossen ze te stoken en te stoken en ze kos nie meer weg, want ze hadden een heiligdom onder de zetel gestopt. Toen haalden ze dat heiligdom er uit en toen kon ze wol opschuiven.
Beschrijving
Op een boerderij kwam vaak een heks op bezoek. Op een dag nodigde de boer de heks uit om bij het vuur te komen zitten. Onder de zetel had men echter een heiligdom gestoken. Toen de heks daar zat, stookte en het vuur heter en heter. De heks kon niet weg vooraleer men het heiligdom onder de zetel had weggenomen.
Bron
W. Luyts, Leuven, 1956
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps ('land van turnhout')
271
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Turnhout