Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MDREE0121_0121_2111 - Beledigde haas wreekt zich

Een sage (mondeling), 1967

Hoofdtekst

Mijne grand-peer, die ging noa de markten met porcelein, en dan moesten ze soms in een schuur gaan slapen onder de baan. Hij had ene hele wagel (= wagen) vol met porcelein. En doa was dan zo een ha(l)f deur, het onderste toe en het bovenste open, zje weet wel, hein, en doa zat ene haas op - ich hoor 't hem nog vertellen - ene grote donkele bruine met ene fereme (= zeer) dikke kop. En grand-peer die sjigde (= pruimde tabak), hein, en die dach(t): 'Wach, ich gooi oech (= U) de sjik voor de kop', hein, en dat deeter ook. 'Ich zal oech sjike!' zei de haas en toen sprongter voert. Mè 's avonds was dat e gerinkel en e getinkel, de heel nach(t) door. 's Moreges was alles kapot, mè alles! en ze hadden niks gezien! Ereges aan Bedeuil (= Wildooie) moet dat gewees(t) zijn.

Beschrijving

Een man die op de markten porselein ging verkopen, reed met zijn kar in Widooie. Op de kar zat een donkerbruine haas met een dikke kop. Toen de man de tabak die hij aan het kauwen was naar de haas spuwde, sprak het dier: "Ik zal ook wat tabak kauwen!" en sprong dan verder. De volgende ochtend was al het porselein stuk, hoewel de man niets vreemds in de kar had gezien.

Bron

M. Dreezen, Leuven, 1967

Commentaar

1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
373
Grootvader van de informant
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Tongeren    Tongeren   

Plaats van Handelen

Widooie    Widooie