Hoofdtekst
d’alvermennekes mokten hun getög zelf, mê stien en êkhout; nâ zên er nog in de grond te vinne; m’n vrouw huire pâ was gard in de streik van Kouzen en Wijer en dee heit er dô nog gevoenge.
Beschrijving
De alvermannetjes maakten zelf hun gereedschap met stenen en eikenhout. Een politieman die in Kozen en Wijer werkte, heeft ooit nog overblijfselen van dat gereedschap gevonden.
Bron
A. Abeels, Leuven, 1965
Commentaar
1.2 Aardgeesten
limburgs (sint-truiden)
3
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Runkelen   
Plaats van Handelen
Wijer   
Kozen