Hoofdtekst
M’ha’n miender do thus ’n kanthoaghe en da was van de moare en de vrouwe bereên. En j’had moeten die takken zien. Da groeide wel ’n hand breed azo.
Onderwerp
SINSAG 0291 - Mensch von Mahr beritten   
Beschrijving
Bij een huis in Assebroek stond een haag waarvan de takken heel breed werden omdat ze door de maar en de vrouw waren bereden.
Bron
L. Cumps, Leuven, 1965
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (z van brugge)
153
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Assebroek   
Plaats van Handelen
Assebroek