Hoofdtekst
Beschrijving
Twee mannen gingen op een nacht vissen. Ze vertrokken toen het nog donker was en kwamen in Branst. Daar hoorden ze lawaai alsof er kasseistenen werden gelost, hoewel er geen mens te zien was. De vissers voeren voorbij de Drij-Goten en zagen daar een groot licht in het riet. Dat licht leek alles in vuur en vlam te zetten. Toen de vissers voor Temse kwamen, vloog het licht bij de toren plots omhoog. Daarna zagen de mannen het licht weer. Tegen de ochtend kwamen de vissers aan in Kallo. Ze gingen wat dichter naar de oever en zagen dat het licht plots verdwenen was. De vissers zagen twee vrouwtjes die wel tweehonderd jaar oud leken. Aan iedere arm droegen ze een korfje, waarin ze kruiden verzamelden. De vislijn zat vast en één van de vissers werd overboord geslagen. De visser geraakte weer aan boord, maar het net waren ze kwijt. De vissers zijn dan onmiddellijk terug naar huis gegaan. Bij hun thuiskomst gingen ze in Sint-Amands werk zoeken en een week later waren ze al aan de slag.
Bron
J. Wauters, Leuven, 1962
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
antwerps (klein-brabant)
26
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Mariekerke   
Plaats van Handelen
Kallo   
Drij-Goten   
Branst   
Temse