Hoofdtekst
Beschrijving
Een vrouw die op een avond met enkele buurvrouwen zat te praten, kreeg van één van de buurvrouwen te horen: “Maar wat heb jij aan je oog?” De vrouw wist echter niets dat ze iets aan haar oog had. Later bleek dat wel het geval te zijn. Toen de vrouw zwanger was, werd ze volledig blind. Toen de vrouw bevallen was, zorgde haar zus voor het kind. Het jongetje had echter veel problemen toen het drie jaar oud was. Hij braakte alle voedsel uit en het leek alsof zijn oortjes van zijn hoofd zouden vallen. Het kind kon zijn handjes niet op eigen kracht van het laken heffen. Op zekere dag kwam er een politieagent naar het jongetje kijken. De man gaf de vrouw de raad om het kind een papje met maïszetmeel en suiker te geven. De vrouw volgde de raad op. Het kind verteerde de pap goed en vier of vijf maanden later was het kind flink aangesterkt.
De moeder van het kind is vroeg gestorven.
De moeder van het kind is vroeg gestorven.
Bron
E. Tielemans, Leuven, 1978
Commentaar
2.1 Heksen
brabants (zuid-west)
1I
Tante van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Kwintens-Lennik