Hoofdtekst
Ik was toen een jaar of tien, elve oud. Onze gebuur heeft bijkan (bijna) vermoord geweest ervan. Ze hebben toen kort erop gepakt geweest. Ze hebben toen niet lange meer gelopen. Ze hebben persoonlijk verkend geweest van een Poperingnare. Ze woonden in Frankrijk eigenlijk. Ze waren daar gepakt en dien Poperingnare heeft gezeid: "Ja, ‘t zijn de die”! Deroo kende ik. Je was van Watou. Ze leurden binst den dag en ze spioneerden alles af om toen ’s navonds te gaan inbreken. Ze hebben alzo verraden geweest door een hond die binnengesloten was en alzo bedrogen geweest. ’t Waren daar rechtuit drie gendarmen en z’hadden één vaste.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
De rovers van de bende van Pollet gingen overdag leuren om de huizen grondig te kunnen bekijken, zodat ze er 's nachts konden inbreken. Een man uit Brielen werd bijna vermoord door de bende van Pollet. De rovers woonden in Frankrijk en werden op een dag gearresteerd nadat een man uit Poperinge hen had herkend. De bende had zichzelf verraden door het geblaf van hun hond die ze hadden opgesloten. Van de drie politieagenten die nodig waren om de rovers in bedwang te houden, werd er zelfs één overmeesterd door de bendeleden.
Bron
K. Erard, Leuven, 1966
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (ieper)
51
Vóór 1900
fabulaat
Naam Overig in Tekst
bende van Pollet   
Pollet (bende van)   
Naam Locatie in Tekst
Brielen   
Plaats van Handelen
Brielen