Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CJ004325

Een sage (mondeling), vrijdag 27 mei 1966

Hoofdtekst

Knjillis Det wie altyd oan 't kaertspyljen. Sy krige net ien goed bern. Dat wie har straf, hwant Satan sit yn 'e kaerten. De bern, dy't geboaren woarden, hienen skobben en hoannepoaten op 't boarst.

Beschrijving

De vrouw van Knjillis was altijd aan het kaartspelen. Ze kreeg niet één goed kind. Dat was haar straf, want Satan zit in de kaarten. De kinderen die geboren werden, hadden schubben en hannepoten op de borst. En ze zijn op één na allemaal heel jong gestorven. De moeder van de vertelster heeft ze gebakerd.

Bron

Collectie Jaarsma, verslag 43, verhaal 25

Commentaar

27 mei 1966

Naam Overig in Tekst

Knjillis    Knjillis   

Naam Locatie in Tekst

Det    Det   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21