Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CDEWI0536_0537_32241

Een sage (mondeling), dinsdag 20 januari 1998

Hoofdtekst

I -En van een dwaallichtje zo?25 A -Nee, dat is, ik heb dat nog ook horen vertellen hier vroeger, dat er dus hier in de Diepestraat van het dorp dat hier naar Sint-Maria-Oudenhove loopt, dan er daar waren in den tijd allez, als mijn kinders klein waren en dat ze daar gaten in de berm maakten en ze zetten daar een beterave in en in die beterave ze haalden die uit en daar zetten ze een kaars in hé, een keerse hé dan ze zegden hé en ze deden dat branden en ‘s avonds als de mensen dus van het lof want dat was hier nog lof of met de preek, als de paters kwamen preken vroeger gebeurde dat veel dat de paters dus een reeks sermoen kwamen geven, ze noemden dat een bidweek dus hé en de mensen die gingen dan naar huis en onderweg zagen ze dan die keersen, zagen ze dat licht in die barm en d’er waren d’er bij die daarvan verschoten en natuurlijk, dat is wel gebeurd.II -En ze waren al goed schou gemaakt door die paters.25 -Ja, ja, dat erbij hé, dat erbij.

Beschrijving

Vroeger maakte men in de Diepestraat soms gaten in de berm, waarin men uitgeholde bieten met kaarsen zette om voorbijgangers bang te maken. De mensen kwamen 's avonds in het donker terug van het lof wanneer de paters in het dorp waren om te prediken.

Bron

C. De Winne, Leuven, 1999

Commentaar

1.3 Vuurgeesten
oost-vlaams (groot-zottegem)
25A
1922
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Sint-Goriks-Oudenhove    Sint-Goriks-Oudenhove   

Plaats van Handelen

Diepestraat    Diepestraat