Hoofdtekst
Vroeger, maar dat is heel lang geleden, toen hebben hier wolven gezeten met de fors. Ons grootvader gong naar Gerdingen, en hij kreeg een heel rij wolven achter zich. Ze gongen zo maar langs hem door en de laatste hief zijne poot tegen hem omhoog. In een wei hebben ze eens een vèèrs die een kalf ophad in stukken vaneen gereten, maar het kalf hebben ze laten leven. En de meid van 'ne boer hier bracht eens vier wolfkes mee naar huis. 'Kijk eens hier', zei ze, 'wat schoon hondjes.' Maar ze hebben ze d'rekt terug gedaan, want als de wolf daarbij uitgekomen was, dan was ze eraan geweest.
Beschrijving
Vroeger leefden er in Reppel veel wolven. Een man die te voet naar Gerdingen ging, kreeg een hele kudde wolven achter zich aan. De wolven wandelden rustig voorbij de man, en de laatste hief zijn poot tegen hem op.
Op een dag werd een drachtige vaars in een weide door wolven gedood. Het kalf is wel blijven leven.
De meid van een boer had vier jonge wolfjes mee naar huis gebracht. Het meisje zei enthousiast: "Kijk eens wat voor een mooie hondjes!" De boer heeft de wolfjes onmiddellijk teruggebracht. Wanneer de wolvin haar jongen zou hebben gevonden, zou ze de meid beslist hebben aangevallen.
Op een dag werd een drachtige vaars in een weide door wolven gedood. Het kalf is wel blijven leven.
De meid van een boer had vier jonge wolfjes mee naar huis gebracht. Het meisje zei enthousiast: "Kijk eens wat voor een mooie hondjes!" De boer heeft de wolfjes onmiddellijk teruggebracht. Wanneer de wolvin haar jongen zou hebben gevonden, zou ze de meid beslist hebben aangevallen.
Bron
R. Celis, Leuven, 1954
Commentaar
4. Historische sagen
limburgs (bree en omstreken)
Grootvader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Reppel   
Plaats van Handelen
Gerdingen   
Reppel