Hoofdtekst
Daar was 'ne brouwer die kos geen knechts houwen. Ze stierven hem allemaal. 'Ik zal dat wel eens uitmaken', zei hij. Hij was aan 't brouwen aan bij zijne ketel, komt daar een zwart ketje af. 'Ha, daar is ze', zegt hij, 'ze komt al eens kijken.' En daarmee pakt hij wat van dat dink en gooit het ketje dat op zijn gezicht. Goed. Dat vertrok. Maar 's anderendaags 's morgens waren ze aan 't koffie drinken en zijn vrouw was nergens te zien. 'Maar, waar zit die toch', zegt de brouwer. En ze lag nog in haren nest, helegans verbrand. Dat was zijn eigen vrouw die dat lapte.
Onderwerp
SINSAG 0622 - Die verzauberte Mühle (Brauerei)   
Beschrijving
Een brouwer wiens knechten allemaal stierven, wilde weten wat de oorzaak was van al die rampspoed. Toen de brouwer stond te brouwen, kwam er plots een zwart katje aangelopen. De brouwer gooide het dier wat brouwsel op de snuit, zodat het vertrok. De volgende ochtend verscheen de vrouw van de brouwer niet bij het ontbijt. Ze lag in bed omdat haar gezicht helemaal was verbrand.
Bron
R. Celis, Leuven, 1954
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (bree en omstreken)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Neeroeteren