Hoofdtekst
En een hofstee voder (verder) bij Desaer. Ze zeien dat het daar spooktige. En mee de windemeulen draaien ’t senachts; en in huis zagen ze een keisse branden en ’t zat daar een spook, zeien ze. En ze verteldigen danze daar de deure dikkels (dikwijls) hoordigen toepoeffen. Ja, ja, op die hofstee moet er entwa ommegegaan hen.
Beschrijving
Op een bespookte boerderij draaide de windmolen 's nachts. In huis brandde een kaars en was een spook te zien. Men hoorde de deuren er ook vaak dichtslaan.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
232
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Maldegem