Hoofdtekst
‘k Goenge ne keer gaan jagen en ’t zat daar een wilde eende. En ‘k ga d’r naar toe en ze vliegt ip en ‘k schiete. En ze vliegt voort. En dat azo drie keren en ze vloog iedre keer voort, en ze kwam were. En ‘k had maar één kardouche (patroon) nie meer en ze zit were en ‘k schiete d’r naar, de vierde keer dus, en ze vliegt nie meer ip. En ‘k ga d’r naartoe en z’is weg en ’t is daar niks nie meer te zien. En ze was pertang niet weggevlogen.
Onderwerp
SINSAG 0331 - Spuktier kann nicht getroffen (gefangen) werden
  
Beschrijving
Een man die ging jagen, zag een wilde eend. De man schoot driemaal naar het dier, maar de eend vloog iedere keer weg. Toen de man voor de vierde keer had geschoten, zag hij de eend niet meer wegvliegen. De man ging kijken, maar van de eend was geen spoor te vinden.
Bron
P. Vandewalle, Leuven, 1968
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (o van houtland)
191
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zwevezele