Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CDEWI0531_0532_32240

Een sage (mondeling), donderdag 16 april 1998

Hoofdtekst

23 PP -Nee, van zijn moeder, een nonkel van zijn moeder, de vent die ging gaan dessen (dorsen) dat was die, in die tijd bestond dat nog vele, hij zei tegen mij ze waren bezig met dessen, en ze dorsten rogge en ze zeiden dat waren roggentrooten, en het moest ophangen en d’er probeerde enen hé, hij maakt een strop van een roggestroot en hij hing hem op en met dat hij dat deed passeerde er een haas over de Schoonbos en die andere loopt d’er achter en hij kon hem niet krijgen en tegen dat hij terugkwam was de andere bij (bijna) dood. Jamaar en ze sneden thuns ... en d’er zat een draad in.II -Een draad in dat stro?23 -(onverstaanbaar) Zo hebben ze het verteld hé tegen mij.I -En wie had die draad daarin gestoken?23 -Jamaar dat kunt ge aan mij niet vragen hé.I -Was dat ook toverij of zo?23 -Dat moet dat zijn, ik weet dat niet, van die oude Riek komt dat voorst hé, dat komt voort van vertellen 150 jaar geleden ze.I -En hoe komt dat? U met stro ophangen dat gaat toch niet?23 -Jamaar, hij wist dat niet hé.II -Ze hadden dat maar voor de leute gedaan zo.23 -Een zottigheid hé!II -Een zottigheid en met stro kunt ge u niet ophangen, maar als er dan een draad inzit, da hebt ge het verre zitten (ben je er nagenoeg geweest).23 -Maar moest ge een roggenstroot groen afdoen hé, II -Groen ja, dan zou ge kunnen misschien.23 -‘t zou niet afschieten!II -‘t Zou niet afschieten23 -Want ophangen kunt ge u rap ze!I -Ja?

Beschrijving

Een man die aan het dorsen was, maakte een strop van een halm stro om te testen of men zich met zo'n strohalm zou kunnen ophangen. Intussen moest zijn vriend naast hem blijven staan om hem te bevrijden als dat nodig zou zijn. Toen de man met zijn hoofd in de strop hing, liep er een haas voorbij, waardoor de vriend afgeleid was en maar net op tijd bij de man kwam. In de strohalm zat een ijzerdraad.

Bron

C. De Winne, Leuven, 1999

Commentaar

3.1 Duivels
oost-vlaams (groot-zottegem)
23PP
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Sint-Goriks-Oudenhove    Sint-Goriks-Oudenhove