Hoofdtekst
‘k En nog hoord van Katen Clement datten olle keer de zundagavond, otten e pinte gedroenken hadde, verdoolde. Enne wos gezeid van zijn biechtvader datten moste bluven in ’t Sint-Jansevangelie achter de messe datten toen niet meer ging verdolen want dat dat e krachtig gebed wos. Enn’e toen niet meer verdoold.
Beschrijving
Een man raakte iedere zondagavond verdwaald wanneer hij terugkwam van de herberg. Van zijn biechtvader kreeg de man de raad om de kerk niet te verlaten vooraleer het Sint-Jansevangelie na afloop van de mis was gelezen. Toen de man die raad opvolgde, verdwaalde hij niet meer.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (vrijbos)
150J
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Katen Clement   
Sint-Jansevangelie   
Naam Locatie in Tekst
Zarren