Hoofdtekst
Minnige van Klerken ging oltijd nor Roeselare. En ze ging zij dikwils bij mijn grootvader gon overnachten. Enn’hadde hij dor e bendige zwijns om zijn huusheure te betalen mor ’n had hij oltijd de meeste oengelukken van heel de wereld. Z’èn dor olle meugelijke ziekten hèt. Enne ging hij ’s nachts nor ’t vertrek enne zag hij dor dat Minnige zitten. Enn’ed hij toen nor de paters geweest nor Ieper. En je wos gezeid datten up zijn twee oren mochte slapen. En inderdaad, z’e dor nooit meer binnengeweest. Ze passeerde er oltijd over. ’t Raarste van ol is dat ze zieder nooit niet meer etwot hèt èn.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een man uit Roeselare had enkele varkens waarmee hij zijn huishuur betaalde. Die man had echter veel ongeluk met zijn dieren. Toen de man op een nacht opstond, zag hij daar een vrouw uit Klerken zitten, die soms in zijn huis kwam overnachten. De man ging te rade bij de paters van Ieper. De geestelijken verzekerden hem ervan dat hij zich geen zorgen hoefde te maken, want dat de toveres nooit meer bij hem zou binnenkomen. Zo was het ook.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (vrijbos)
108A
Grootvader van de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Minnige van Klerken   
paters van Ieper   
Ieper (paters van)   
Naam Locatie in Tekst
Poelkapelle   
Plaats van Handelen
Klerken   
Roeselare