Hoofdtekst
In de wenning (= hoeve) van 'Giskes' in Vrijjaan (= Vrijhern) moesten ze e veulen halen. Terwijl at ze aan 't wachten waren speelden ze met de kaart(en). 'Het zal toch wel moregend zijn ee(r) ze het veulen gooit' zeien ze, en, ze moesten ook iet te drinken hebben, en ze wedden dat de knech(t) gene liter zjenever dors(t) halen in Jaan (= Hern-St-Hubert). Mè, hij ging toch en nam de mes(t)haak met. Terwijl ging doa enen andere van de compa(g)nie in de mild (= het midden) van de struik staan aan het duvelskruis, en hij had e koevel over hem gehangen wa doa al lang op de zolder hing. Wei de knech(t) terugopkwam, sprong het spook uit, en hij houwde met de mes(t)haak, en, he houwde hem dood. Dat was aan het 'duvelskruis', wee wal!
Beschrijving
Op de hoeve van G. in Vrijhern zat de boer met enkele vrienden te wachten tot de merrie haar veulen zou werpen. Ondertussen speelden ze met de kaarten en dronken ze jenever. Toen de jenever op was, daagde de boer zijn knecht uit om in Hern-St.-Hubert een nieuwe fles te gaan kopen. Zodra de knecht was vertrokken, ging één van de mannen met een stierenvel op zijn rug bij het Duivelskruis staan. Op de terugweg schrok de knecht door de vreemde verschijning die hij voor de duivel aanzag. Hij sloeg met zijn mestvork zijn vriend de schedel in.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
3.1 Duivels
limburgs (tongeren en omstreken)
1074
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Duivelskruis (Vrijhern)   
Naam Locatie in Tekst
Henis   
Plaats van Handelen
Duivelskruis (Vrijhern)   
Vrijhern   
Hern-St.-Hubert