Hoofdtekst
’t Kwam een ’t Haantje tegen en je sloeg up zijn bille enne kraaide lik èn hane. Enne keek in heur aanzichte enne zei: "Gij lelijk grijs spook, wuk daje peinst?" En ze sloeg met heur hand up zijn hoofd en wor dat er vingers gelegen an, kwamen er drie witte strepen. Mor dat e toen weggegon wè.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een man kwam een vrouw tegen en sloeg haar tegen de billen. Daarop kraaide die vrouw als een haan en sloeg de man vervolgens op het hoofd. Op de plaats waar de vingers van de vrouw het hoofd van de man hadden geraakt, waren witte strepen te zien. Die strepen zijn daarna wel verdwenen.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (vrijbos)
167D
fabulaat
Naam Overig in Tekst
't Haantje
Haantje ('t)
Haantje ('t)
Naam Locatie in Tekst
Poelkapelle