Hoofdtekst
Mijn zuster, wa hierneven woonde, was eens bij haar gewees(t) en ze had haar gezegd dat ze een schoon cuisinière (= fornuis) had. Toen was ze eens (ge)komen voor haar cuisinière te kopen. Ze kwam dat bij mijn zuster vragen, mè mijn zuster had ene heilige-in-koper zo, doategen. En doa stond zo een ton aan de ingang... ze is drie keer tot aan de ton (ge)komen, ze kon nie wij(d)er. Toen is ze thuis in(ge)komen en ze zei tegen mijn vrouw zaliger: 'Fien, vraag zjiè het maar eens, dan kom ich morege terug.' Mè z'is niemee terug(ge)komen. Die, dat was één, zje had haar o(n)s-Lieven-Heer ongebiech(t) gegeven, mè het waren allemaal slechte medalles en alles, wa ze verkoch(t).
Beschrijving
Een heks wilde het fornuis van een vrouw komen kopen. De vrouw had echter een koperen heiligenbeeld, waardoor de heks niet binnenkon. Uiteindelijk ging de heks naar de schoonzus van de vrouw en zei: "Fien, wil jij het haar eens vragen. Ik zal morgen terugkomen". De heks is echter niet meer teruggekomen.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tongeren en omstreken)
808
Zus van de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Fien   
Naam Locatie in Tekst
Tongeren