Hoofdtekst
De doakèèrse da zien dwaalluchtjes, dan ze zeggen. Natte weien en woaters, ’t komt do damp uut. Die gassen zien lik luchtjes. U je der no toe got, got dat achteruut en u je voruut got, go dat ook voruut. Voe de menschen was da toverieë.
Beschrijving
Doodkeersen waren dwaallichtjes. Wanneer men naar zo'n lichtje toe stapte, week het achteruit. Wanneer men een stap achteruit zette, kwam het dichtje dichterbij. De mensen geloofden dat dergelijke lichtjes toverij waren. In werkelijkheid waren het dampen die opstegen uit vochtige weiden.
Bron
M.-R. Nijsters, Leuven, 1969
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (nw van houtland)
76.2
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Moere