Hoofdtekst
Mijn vader koste goed vertellen. En wieder jongens, me hoorden (luisterden) lijk beddepissers (paardebloem, hier: zeer). Overtijd, mijn vader was op een hofstee en ze zeien dat er daar geld gedolven was in een keren (karn) op een hofstee en dat er dat een onnozel kind ging vinden en ’t was een hofstee aan de Lende, naar Hondschote. ’t Was een keren uit goud, zeien ze, en de menschen van die hofstee hebben gedolven, maar een hebben nooit niet gevonden.
Beschrijving
Op een boerderij bij de Lende in de buurt van Hondschote, zou een een botervat met geld begraven zijn. De schat zou door een onnozel kind worden gevonden. Niemand heeft het geld echter ooit kunnen vinden.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (franse grens)
539
Vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Bambeke   
Plaats van Handelen
Hondschote   
Lende (Hondschote)