Hoofdtekst
Heksen dat zijn vrouwmensen, ’t zijn meest vrouwmensen die dat doen. Als dat vroeger jaren, als dat uitkwam wierden die op de brandstapel levendig verbrand. Dan bestond dat vele, he, de mensen geloven daar niet allemale aan, maar godverdikke, ’t was juist! ’t Was geen macht die koste tegenhouden. ’t Was maar hier en daar een geestelijke die koste. Den onderpastoor bij ons koste ook niet. Naar de paters gaan, dadde! Me zijn geweest en me zijn geholpen geweest.
Beschrijving
Heksen waren vrouwen die kwaad deden en daarom op de brandstapel belandden. Enkel paters konden heksen tegenhouden.
Bron
K. Erard, Leuven, 1966
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (ieper)
36
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Brielen