Hoofdtekst
’t Brandde in de "Café Belge” in Dikkebus en onze mannemensen wrochten daar. Ze waren aan ’t deschen (dorsen) met de machine. Ze hadden zij een tente gebouwd, gedekt met terrepapier (papier bestreken met teer), en bij die tente lag er een vumme (mijt) hout. En al met een keer, "Hoe, ’t brandt in de café belge”, zegt me broer. De baas zat op het dak water te gieten. De paster van Dikkebus kwam daar en zegt hij: "Brandt dat daar”? tegen een die noch naar kerke noch naar kruis en ging. "Neen’t”, zegt den dien. "Hewel”, zegt de paster, "’t en gaat niet meer branden, kom maar af van je dak”! zei hij tegen de baas en ’t was gedaan.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
In een café in Dikkebus was brand uitgebroken. De cafébaas kroop op het dak en probeerde het vuur met water te blussen. Toen de pastoor bij de plaats van onheil kwam, sprak hij tot de cafébaas, die nooit naar de kerk ging: "Kom maar van dat dak af! De vlammen zullen doven." Zo was het ook.
Bron
K. Erard, Leuven, 1966
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (ieper)
2
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Vlamertinge   
Plaats van Handelen
Dikkebus