Hoofdtekst
ne jongeling ging ’s ôves weg; en in een holstrôt kam e klê menneke mê ne roeie bôd op hem af en vroeg een almoes; en hem gaf hem ne stöver; en zoe drê kiere.
Beschrijving
Een jongeman kwam 's avonds in een holle weg een klein mannetje met een rode baard tegen. Toen het dwergje om een aalmoes vroeg, gaf de jongen een stuiver. De jongeman heeft het dwergje in totaal driemaal ontmoet.
Bron
A. Abeels, Leuven, 1965
Commentaar
1.2 Aardgeesten
limburgs (sint-truiden)
8
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Binderveld