Hoofdtekst
In de Meule van Lauw zat een zwatte kat, die kon leed (= lelijk) doen 's nach(t)s. Ze hebben ze met een ketting vas(t)gemaak(t) en ze gebonden op 't rad van de meule en het doen draaien, mè ze kwam toch altijd terug. Toen is nog ene priester (ge)komen voor te zegenen, mè ze wis(t) altijd iet te antwoorden. 'Zwijg maar, zei ze nog, zje he(b)t ook e mikske gestolen.' - 'Dat he(ef)t mijn moeder betaald' zei de priester toen. 'Mè, wa mag hier zo ruiken?' vroegter. En ze hebben het herbouwd en de plancher (= plankenvloer) opengebroken en ze hebben e lijk gevonden. Toen hadden ze de gees(t) gevonden.
Onderwerp
SINSAG 0362 - Toter kehrt als Tier wieder. Erklärung der Erscheinung des Spuktieres.
  
Beschrijving
In de molen van Lauw zat een zwarte kat die de mensen heel wat last berokkende. Zelfs nadat men de kat een keer met een ketting op het molenrad had vastgebonden, kwam het dier nog steeds terug. Op een dag kwam er een pastoor om de molen te zegenen. De kat zei echter: "Zwijg jij maar, want jij hebt vroeger een wit brood gestolen", waarop de pastoor antwoordde: "Dat heeft mijn moeder betaald". De pastoor stelde vast dat er een vreemde geur in de buurt van de molen hing en liet de plankenvloer weghalen. In de grond vond men een lijk. Toen had men eindelijk de geest gevonden.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
446
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Sluizen   
Plaats van Handelen
Lauw