OMATT0263_0264_18849 - Variante.

‘k He dat dikkels (dikwijls) horen vertellen over den here van Male. Da was azo. Da waren arme mensen, bezembinders hé, die in een klein huizeken woondigen. De Bie, geloof ik, woondige erin. ’t Was ne Jeroom of azo iets. Begost al mee ne keer te donderen en te weerlichten (bliksemen) en ’t regende ook. En de heren en da vrouwvolk dat er bij was kwamen jagen. En al mee ne keer den here begost op zijnen horen te tuiten dan al d’honden wegliepen en de peirden ook. En ene van die heren kwam in da klein huizeken van De Bie binnen en vraagt: "Mag ik hier nie schuilen?" "Be jaag," zegt De Bie, "’k ben blije da’k nie allene benne in azo ’n hondewere en daje bij ons zijt." En dien here keek azo ne keer rond en vraagt: "Maar waarmee verdiende gelder (gij) geld?" "Ewel," zegt De Bie, "m’hen welder schapen en beestjes en we binden welder bezems, gelijk of dat da gaat hé." "Maar heje niets te kort? Zij je gelukkig?" "Wel, me hen welder onzen buik vol, m’hen eten en dit en dat maar m’en hen geen overschot." "Ik peize daje gelukkiger zijt of ik, want ik ben Lodewyck van Maele. Maar zoe (zou) ‘k elder geen plezier kunnen doen?" "Wel," zegt De Bie, "’t zijn dingen: danze ons pakken omme (als we) den berk afsnijden." "Wel," zeit de graaf van Vlaanderen, "’k zal d’er voor zorgen daje den berk moogt afsnijden, en ‘k zal een bode zenden." En ‘t ’s andrendaags kwam er ene mee een vergunninge. Ewel, de bezembinders kregen de vergunninge om al ’t berkenrijs toe den derden knoop te snijden.

Toen de heer van Maldegem met enkele andere heren op jacht was, begon het plots hevig te onweren. Iedereen vluchtte snel weg. Eén heer die in het bos was achtergebleven, klopte aan bij een arme bezembinder, bij wie hij mocht schuilen. De heer vroeg aan de bezembinder waarmee hij zijn geld verdiende en of hij gelukkig was. De bezembinder antwoordde: "We lijden geen honger, maar we hebben ook niets teveel". Daarop antwoordde de heer: "Ik denk dat je gelukkiger bent dan ik, want ik ben Lodewyck van Maele. Zou ik jullie geen plezier kunnen doen met iets?" De bezembinder antwoordde: "Als we het berkenhout afsnijden, moeten we belastingen betalen". De heer zorgde ervoor dat de bezembinder de volgende dag een vergunning kreeg, waarmee hij al het berkenrijs gratis tot aan de derde knoop af te snijden.

O. Mattheeuws, Leuven, 1963

4. Historische sagen

west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)

479

fabulaat

Lodewyck van Maele
Maele (Lodewyck van)

Maele (Lodewyck van)    Maele (Lodewyck van)   

Lodewyck van Maele    Lodewyck van Maele   

Maldegem    Maldegem   

Maldegem    Maldegem