Hoofdtekst
Mijn vader heeft ne kameraad gehad waarmee dat hij alle dagen van zijn werk kwam. Als ze nen end gegaan hadden zegt hij tegen mijn vader dat hij zijn komissie moet doen. Hij trekt een beetje in den bos, maar in plaats van dat had hij hem in ne weerwolf verkleed. Ze hadden hun uren dat ze moesten doen. Hij treiterde hem en liep hem in de benen. Op den duur gaf vader zijnen neusdoek. Tuus liet hij hem gerusts.
Onderwerp
SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.   
Beschrijving
Een man kwam iedere dag samen met een vriend terug van zijn werk. Op een dag zei de vriend dat hij even naar het bos moest om een boodschap te doen. In werkelijkheid ging hij zich snel als weerwolf verkleden. De weerwolf liep de man voor de voeten. Toen de man zijn zakdoek naar de weerwolf gooide, werd hij met rust gelaten.
Bron
M.-P. Kesteleyn, Leuven, 1964
Commentaar
1.6 Weerwolven
oost-vlaams (vlaamse ardennen)
484
Vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Ronse