Hoofdtekst
Tovenaar doet schoppenboer om een fles jenever gaan.En Keeske Komedie, die stuurde schuppen boer om een fles jenever. As wij in de keet zaten: da waren van die rieten keten, en zaten w'in de keet, dan vertelden wij zo 't een en 't ander zoal. Nauw zeet er ene, tegen ene die veur den eerste keer binnen kwaam: "Ik wed veur een kas bier da gij da nie kunt: schuppenboer om een fles jenever sturen." "Da kan d'r genen ene!" zegt die vent, "ik geef twee kassen bier as er enen is die da kan!" "Nauw, dan zal ik hem sturen", zei Keeske Komedie. "Ge geeft de kaart en dan kund'het duidelijk zien." Hij zegt tegen de keetvrouw: "Vrouw, zet de deur open!" Hij aai de kaarten vast en schuppenboer d'r uit en deur de keet springens, precies gelijk ne peut. Nauw gaat ie naar buiten en een paar minuten naderhand, komt ie binnen en sprong ie maar tegen die fles aan en die fles ronde maar, toe Keeske Komedie. Hij zegt tegen die kerel: "Gij meugt z'uitdrinken." En die kerel wou er de stop afdoen en hij kon hem er nie afkrijgen. En da was maar ne kurken stop. En die fles was vol.
Onderwerp
SINSAG 0685 - Pikbube als Helfer.   
Beschrijving
Een man die in een herberg zat, beweerde dat hij schoppenboer een fles jenever kon laten halen. De anderen geloofden dat niet en beloofden de man drie bakken bier als hij het wel kon. De man nam de schoppenboer uit het kaartspel en gooide die op de grond. De kaart sprong naar buiten zoals een kikker en even later rolde er een fles jenever tot bij de man. De man gaf de jenever aan een vriend en zei: "Jij mag ze leegdrinken", maar de vriend kreeg de kurken stop niet uit de fles.
Bron
M. Van den Berg, Leuven, 1955
Commentaar
2.2 Tovenaars
antwerps (polders ten noorden van antwerpen)
374
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Ossendrecht