Hoofdtekst
Variant.Ne mens van Erpe, ik ga zijn naam niet noemen, ging beewegen naar Halle. Hij kwam daar in een herberg binnen. Er stond nog één van die oude Vlaamse heerden (haarden). Een oud vrouwken zat zich te warmen in den hoek. Als ze hem hoorde spreken, vroeg ze hem vanwaar dat hij was. “Van Erpe”, zei hij. “Watte,” zei ze, “weet gij den Oonegemmeers?” “Dat geloof ik”, zei hij. “Staat die grote kopboom (tronk) daar nog op den hoek?” vroeg ze. “Ja vrouwke”, zei die mens. “Hewel man, in die kopboom heb ik veel nachten verbleven en plezierig dat dat daar was.
Onderwerp
SINSAG 0514 - Hexe als Kundschafterin   
Beschrijving
Een man uit Erpe ging op bedevaart naar Halle. Toen hij daar in een herberg kwam, vroeg een oude vrouw hem vanwaar hij kwam. Nadat de man antwoord had gegeven, zei de vrouw: “Weet jij dan waar de Oonegemmeers is? Staat die oude boomstronk daar nog? Ik ben daar vele nachten naartoe geweest en ik heb er veel plezier gehad”.
Bron
P. Henderickx, Leuven, 1959
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (tussen schelde en dender)
208
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Nieuwerkerken   
Plaats van Handelen
Halle   
Erpe   
Oonegemmeers