Hoofdtekst
Up e zekere keer gaat er e wuvetje nor Louïs en zegt ze: "Louïs, ‘k zijn ol mijn keuns gepakt binsten nacht en ‘k èn ’t ezo nodig voor mijn pacht te betalen." "Ja," zegt Louïs, "wuvige, j’e gij voorzeker niet goed gekeken in je kot!" "Jaa’k", zegt ze, "’k èn geen een keun meer." "Wel!" zegt Louïs, "je moet e bitje beter kijken." En zegt ze o ze werekeerde: "Louïs, j’e gij de waarheid gezeid want’k zijn ik geen een keuntje kwijt."
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Een vrouw ging bij een tovenaar haar beklag doen over het feit dat haar konijnen 's nachts gestolen waren en dat zij de dieren nodig had om haar pacht te kunnen betalen. Daarop zei de tovenaar: "Jij hebt zeker niet goed gekeken. Kijk nog maar eens in je konijnenhok!" Toen de vrouw nogmaals keek, zag ze dat er geen enkel konijn verdwenen was.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (vrijbos)
98G
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Woumen