Hoofdtekst
B: Ik heb m’n jongens nog nooit weggestoken voor Romanie Ceuninck.A: En ze is hier nog gekomen ook wê.B: Bah ja.A: Ze is hier nog gekomen!B: Bah ja, en ’t was niet aan mijn jongens.A: En weet je waar dat ze woonde, Romanie Ceuninck? Waar dat de Bouckaerts daar wonen (Dadizelestraat). Abdon daar en, ja daar woonde zij. Ze hadden geen jongens, ’t was man en vrouw.B: ’t Was al een oud vrouwmens alleen wê.A: Toen ja! Maar Henri Ceuninck was haar vents naam. ’t Was Romanie Ceuninck toen né.B : Ik heb dat vrouwmens nog nooit gezwicht !A: En ’t was een die gekomen was van aldaar entwaar zie (Reutelhoek). Ze klapte nog niet lijk Beselaars. Dat is een van de laatste geweest die ‘k lijk geweten heb in Beselare, die lijk aanzien was voor een heks.X: En de mensen zwichtten zich een beetje als ze jongens hadden.A: Ah, stijf, stijf.B: ’t Durfde niemand erbij gaan, de mensen met jongens.X: Wat ging zij dan doen?B: Niemendal! "Ze kan wat", zeien ze.A: En de een vertelt dat aan de ander en ze geloven dat. Dat is ’t slechtste.B: Ik heb daar nooit aan geloofd wê!A: Ik ging dat ook vertellen, maar ‘k ging dat niet geloven!X: En deden ze dan wat speciaals omdat ze daar ging buiten blijven of wat?A: Als ze ze zagen komen, de deur sluiten, dat gingen ze wel doen, de deur sluiten.B: Ja, ja en weglopen met hun kind.A: Dat ze ’t niet zagen. En ja maar, een mens die bijgelovig is, ge kunt hem alles wijsmaken. Als je niet gelooft, ge kunt er niet mee doen hé. De pastoor van Zonnebeke zei dat ook tegen ons, hij gaf hier avondlessen. ‘k Ben nog geweest ook. "Een mens", zei hij, "die niet gelooft, ge kunt daar niet mee doen", zei hij. "Alle geloven zijn goed", zei hij, "maar als je niet gelooft, ge kunt daar niet mee doen." En dat is waar ook né, ge kunt daar niets mee doen. Ge moogt al vertellen dat je wilt, hij gelooft het niet. Ge kunt hem niet benauwd maken né. Maar anderszins, Romanie Ceuninck, dat moet een van de laatste geweest zijn né.B: Ja.
Beschrijving
In Beselare woonde een vrouw die ervan werd verdacht een toveres te zijn.
Bron
F. Ramon, Leuven, 1975
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (ieper)
6b
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Romanie Ceuninck   
Naam Locatie in Tekst
Beselare   
Plaats van Handelen
Beselare