Hoofdtekst
Ja, oh domme ja. Oh ja, dat is gekomen moeje zeggen da Beverhoutsveld… dan de die die da bezaten maar één kind han en die families trachtten zunder van dat ’t hen. Ze wildigen niet dasse jongens zoe (zou) gehad hen en z’hen haar doen snijen dasse onvruchtbaar was. Maar osse groot geworden was is ze da te wete gekomen en hee ze al die grond aan ’t volk van ’t omliggende gegeven.
Beschrijving
Een meisje dat de enige erfgenaam was van het Beverhoutsveld werd door haar familie onvruchtbaar gemaakt, omdat de familieleden de erfenis wilden inpalmen. Toen dat meisje volwassen was, is ze dat te weten gekomen. Uit wraak heeft ze het Beverhoutsveld aan de lokale bevolking geschonken.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, 1963
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
484
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Beverhoutsveld (Sint-Joris-ten-Distel)   
Naam Locatie in Tekst
Oedelem   
Plaats van Handelen
Beverhoutsveld (Sint-Joris-ten-Distel)