Hoofdtekst
’t Was e meistje da moeste trouwen. Die joeng zaat in Vrankriek. Da meistje gienk no de paster. "Je go werekommen" zei de paster. Ewel je kwaam were met e kloefe (klomp) en e schoeë an, nor huus gelopen. J’aa gin tied hèt voer hem te verkleen, datten zo gedwoeng(en) was nor huus.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Een meisje moest trouwen omdat ze zwanger was. Het meisje ging naar de pastoor omdat haar vriend in Frankrijk zat. "Hij zal terugkomen", voorspelde de pastoor. Een tijdje later kwam de jongen op zijn klompen aangelopen. Hij was gedwongen om terug te keren, waardoor hij zelfs niet de tijd had gehad om zich om te kleden.
Bron
M.-R. Nijsters, Leuven, 1969
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (nw van houtland)
38.8
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Gistel   
Plaats van Handelen
Frankrijk