Hoofdtekst
Harie X. van Metsteren had een kind en dat was behekst. Hij ging naar de pastoor en die vroeg op wie hij presumeerde. 'Dat zeg ik niet' zei Harie. - 'Zeg het toch maar' - 'Neen, neen', en toen zei de pastoor zelf: 'Ik weet het wel, op Bet P. - 'Ge weet het toch ook' zei Harie. Toen heeft de pastoor dat kind overlezen, maar op drie minuten liep het zweet zo langs hem af. Nu zijn er geen heksen meer omdat de pastoors nu altijd het Evangelie van Sint-Jan lezen, dan zitten de heksen daar in de kerk met hun kop naar achter en dan hebben ze een biekorf op hun kop staan, maar alleen de pastoor ziet dat. Dat heb ik horen vertellen van ene die dat nog meegemaakt had.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Harie X. van Metsteren had een behekst kind. Harie ging naar de pastoor, die hem vroeg wie hij verdacht van de hekserij. Harie wilde niets zeggen, maar de pastoor raadde: "Ik weet het wel, het is Bet Priemen", waarop Harie bevestigend knikte. De pastoor heeft het kind overlezen terwijl het zweet hem van het gezicht drupte.
Sinds de pastoors het Sint-Jansevangelie lazen, zaten heksen in de kerk met een bijenkorf op hun hoofd. Maar alleen de pastoors konden die bijenkorf zien.
Sinds de pastoors het Sint-Jansevangelie lazen, zaten heksen in de kerk met een bijenkorf op hun hoofd. Maar alleen de pastoors konden die bijenkorf zien.
Bron
F. Beckers, Leuven, 1947
Commentaar
2.1 Heksen
zuid-limburgs
fabulaat
Metsteren is een gehucht van Sint-Truiden.
Naam Overig in Tekst
Bet Priemen   
Harie X.   
Priemen (Bet)   
Sint-Jansevangelie   
Naam Locatie in Tekst
Runkelen   
Plaats van Handelen
Metsteren