Hoofdtekst
Den nekker dat was een droeve beeste met een keten en j’hoorde dat ’s navonds bij de pitten. ’t Was lijk etwod die in ’t water viel. En de poestertjes waren benauwd daarvan.
Beschrijving
De nekker was een lelijk beest met een ketting. 's Avonds kon men de nekker horen in de buurt van de putten. De paardenknechten hoorden dan tot hun grote schrik een plons alsof er iets in het water viel.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
1.1 Watergeesten
west-vlaams (franse grens)
23
fabulaat
Naam Overig in Tekst
nekkerput (Beveren)   
Naam Locatie in Tekst
Beveren