Hoofdtekst
16: En lijk als hij zo… er waren veel mensen, overtijd, ze snoven veel hé, het vrouwvolk.X: ja.16: En eh, hij had altijd een snuifdoos in zijn zak. En hij snoof ook hé. En hij gaf soms een snuifje aan de één of de ander hé. Maar als ze een snuifje pakten hé, naar het schijnt was dat iets… het was de pest. Zie je, maar als hij het nam was het niet de pest hé. En al zulke dingen deed hij.X: Ja, Miel Druant.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Vroeger gebruikten de mensen veel snuiftabak. Een man die over bijzondere krachten beschikte, liet andere mensen vaak een keer van zijn tabak snuiven. Wanneer men dat deed, rook men iets dat verschrikkelijk stonk.
Bron
M. Sohier, Leuven, 1982
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (poperinge)
16N
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Poperinge