Hoofdtekst
Variante: Brem als spook.Thuis zat eens zo ene op een winteravond bij ons. Dat was ene die achter zijn zuster liep. 's Avonds – 't had redelijk goed gesneeuwd – ja, die moest zo door een smal patteke. De sneeuw die lag op 't hout van die takken, van die brem hè. En die brem hing daar zo altijd, die knikte. Motverdomme, hij komt thuis vroem aangelopen: "Daar heb ik nu eens iets gezien sè, een spook. En dat knikte maar, en dat kwam achter mij aangelopen, tot hier." Ik ging mee zien. Ik was de held niet zolle, maar ik was niet bang. Ik geloofde daar niks van. En maar gaan. Ik ging maar voort. Ik dacht: "Ja, dat is precies een vent." Maar ik ging toch maar voort. Ik was daar. Ik sloeg daarop en die sneeuw vloog weg op mijn handen. Hij achter mij terug 't bos in. Hij liep terug naar ons. Hij bleef bij ons slapen.
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   
Beschrijving
Een man die bij zijn vriendin op bezoek was geweest, moest in de sneeuw langs een smal weggetje naar huis. Omdat de man op zijn weg een spook meende te hebben gezien, liep hij snel terug naar het huis van zijn vriendin. De broer van zijn vriendin kwam mee, maar de man liet zich niet geruststellen. Hij ging terug naar het huis van zijn vriendin en bleef er slapen.
Bron
B. Van Grieken, Leuven, 1965
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
antwerps (westerlo en omgeving)
151
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Varendonk