Hoofdtekst
Doa a(ch)ter, as zje naar de bos gaat, doa liep een beek en doa kwam 's avonds altijd 'ne witte juffrouw wa oech (= U) de beek wilden intrekken. Mij broer kwam doa ook eens en ze wilden hem ook de beek instoten, mè hij kon overspringen; ja, en as zje dan kon over de beek springen en zje kwam aan den andere kant, dan was ze weg.
Onderwerp
SINSAG 0310F   
Beschrijving
Bij een brug in 's Heerenelderen verscheen altijd een witte juffrouw die probeerde om voorbijgangers in de beek te duwen. Op een avond slaagde een man erin om over de beek te springen. Zodra de man de overkant bereikt had, verdween de witte juffrouw.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
66
Broer van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
's Heerenelderen   
Plaats van Handelen
's Heerenelderen