Hoofdtekst
Juist voor de straat waar de Demer onder door loopt was vroeger een grote poel: het Paardskoet. Zo heetten ze dat omdat de paarden hun poten daar gewassen werden. Maar meer naar deze kant was een moeras aan een kolk en dat heette 'het Wijwaterkoet' (= waterkuil, nu gedempt / Hasselt). Daar zagen ze van tijd ook dwaallichtjes ronddwalen en daar vertelden ze dat daar een kapel gestaan had die verzonken was. Op een keer kwam daar iemand voorbij en daar stond ook een struik. En een vogeltje had een draad uit die struik gepakt - die struik stond in het midden in dat moeras - en dat vogeltje vloog op de kant en trok die draad bij dat hij (de voorbijganger) met die draad kon trekken. En hij begon die draad op zijn vinger te winden en trok en het kapelleke kwam boven. Juist tot aan het kruis kwam de toren boven en toen verzonk het opnieuw. Dat is een heel oud vertelselke want ik heb het van mijn ouders gehoord en zij hebben het ook maar ooit horen vertellen.
Onderwerp
SINSAG 0980 - Der Glockenpfuhl.   
Beschrijving
Naast de Demer was een grote vijver die het Paardskoet werd genoemd omdat men er de poten van de paarden ging wassen. Wat verderop was er een vijver die men het Wijwaterkoet noemde. Bij die vijver zag men vaak dwaallichtjes zweven. Men vertelde dat in het Wijwaterkoet een kapel was verzonken. Op een dag zag een voorbijganger in een struik een vogeltje zitten, dat een draad in zijn snaveltje hield. De man begon aan de draad te trekken en zag even later het kapelletje boven water komen. Toen het kruis van de toren te zien was, verzonk het kapelletje opnieuw.
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
3.1 Duivels
midden-limburgs
g
Ouders van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Hasselt   
Plaats van Handelen
Wijwaterkoet (Hasselt)   
Demer   
Paardskoet (Hasselt)