Hoofdtekst
’t Was daar ne gebeur en ’s nachts je kwam over de brugge an de Meulendam en ’t kwam daar amenekeer een doodkeerse en da volgde hem in de lucht en da kwam alten tot an d’achterdeure en je moeste hem stuipen (zich bukken) voor onder die lucht binnen te kunnen, zo lege kwam t’ie. En je zei dadde en ze goengen gaan kijken en die lucht was were weg en ze zagen hem hangen boven da busselke (bosje) een ende verder.
Beschrijving
Een man zag 's nachts bij de brug aan de Molendam een doodkeers vliegen. Het lichtje volgde de man tot bij de achterdeur van zijn huis. De man moest zich bukken om zijn huis binnen te gaan. Bij zijn thuiskomst vertelde de man wat hij had gezien. Toen de anderen kwamen kijken, was het lichtje verdwenen en zag men het wat verderop boven een bosje hangen.
Bron
P. Vandewalle, Leuven, 1968
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (o van houtland)
47
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Molendam (Elsegem)   
Naam Locatie in Tekst
Wingene