Hoofdtekst
Op een avond zei de oude Parure tegen Willemske: 'We gaan ons een mand appels halen in Marieke haar wei.' Ik liep daar juist en toen vroegen ze mijn grijze voorschoot om ze in te doen, dat was een goeie grote. En 's anderendaags zei Parure: 'God weet waar uwe voorschoot is.' Ber zat in de boom en hij gooide de appels, maar toen de voorschoot vol was, kwam daar een kat op zitten en Ber zei: 'Ge moogt 's nachts nooit een kat verjagen.' Maar die deed het toch en toen liep de hele wei vol katten en daar was muziek ook en toen begonnen ze te dansen rond hen. Toen zijn die mannen moeten lopen gaan en de voorschoot dorsten ze niet meer opnemen.' 'Van mijn leven ga ik 's nachts nog appelen halen' zei Parure.
Onderwerp
SINSAG 0604 - Die vermehrten Katzen
  
Beschrijving
Op een avond stelde Parure aan Ber W. voor om 's nachts een wat appelen te halen in de weide van Marieke. Van een vrouw uit de buurt kregen ze een grijze schort om de appels in te dragen. Die nacht kroop Ber in de boom om de appels naar beneden te gooien, zodat Parure ze in de schort kon opbergen. Even later kwam er een kat op de schort zitten, en Ber waarschuwde: "Je mag 's nachts nooit een kat verjagen." Parure vond dat onzin en hij joeg het dier toch weg. Daarna verschenen er plots tientallen katten in de weide, die muziek maakten en rond de twee mannen begonnen te dansen. Ber en Parure durfden de schort niet meer meenemen. Ze hebben zich haastig uit de voeten gemaakt en zijn nooit nog ergens 's nachts appelen gaan halen.
Bron
F. Beckers, Leuven, 1947
Commentaar
2.1 Heksen
zuid-limburgs
Wie de heksen stoort wordt gestraft: variante 5
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Parure   
Marieke   
Ber W.   
Naam Locatie in Tekst
Jeuk