Hoofdtekst
Beschrijving
In Opheule woonde een machtige framasson die door iedereen werd gevreesd. De man kon zich in verschillende dieren veranderen en hij kon door de lucht vliegen. Eén van de zonen van de framasson was verloofd met een boerendochter. Omdat de ouders van het meisje bang waren voor de framassons, verzetten ze zich tegen de relatie. Ze verplichtten hun dochter om een einde te maken aan de relatie zonder iets over de toverij te zeggen. Een jaar later had de boerendochter een andere geliefde. Toen de twee geliefden op zondagnacht na een bal naar huis gingen, moesen ze voorbij het hof van de framassons. Het meisje geraakte met alle moeite van de wereld niet voorbij het hof omdat een wit paard haar de weg versperde. De ouders van het meisje wilden naar de paters gaan, maar de geliefde van de dochter was niet bang en besloot de volgende zondag een mes mee te nemen. De jongen slaagde erin het witte paard te verwonden. Enkele dagen later zagen de mensen dat de zoon van de framasson een wonde aan de arm had. Daarna heeft men dat witte paard nooit meer zien lopen.
Bron
G. Goyvaerts, Leuven, 1967
Commentaar
3.2 Vrijmetselaars
brabants (tussen leuven, mechelen en brussel)
38
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Woluwe   
Plaats van Handelen
Opheule