Hoofdtekst
We hadden een paard dat balgpijn had. En Delbeke heeft dat kunnen genezen. Een man als Delbeke zal nooit meer bestaan. De dokter kon er niets aan doen. En Delbeke is er drie keer bij geweest. Hij stond het af te lezen en kruisjes te maken. Een koe die haar pijn gedaan had, werd door Delbeke genezen. En dat is waar hoor! Delbeke begon tegen dat dier te praten en het af te lezen. Het zweet liep langs hem af en ze was genezen. Al onze beesten zijn zo genezen. En er was anders niets aan te doen, hé! Hij woonde op Meilegem.
Beschrijving
Op een boerderij in Sint-Maria-Latem had men een paard dat balgpijn had. De dokter kon het dier niet helpen, maar een genezer die driemaal naar de boerderij kwam en het dier overlas terwijl hij erg zweette, kon het paard genezen.
Bron
L. D'haeze, Leuven, 1975
Commentaar
2.2 Tovenaars
oost-vlaams (zuiden)
96A"'
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Maria-Latem   
Plaats van Handelen
Sint-Maria-Latem