Hoofdtekst
De heksen zin kooi vrouwen woa met de duvel eumgeun. Mijn kos ze kwaid geroaken deur ze bauten het deurp te verbjeinen (verbranden). Zo vertelde men ons toch altaid as we klein woren. Het sjeint dat zjei hun oak hun maach kos ontnemen deur de daum in de hand te slauten.
Beschrijving
Heksen waren slechte vrouwen die met de duivel omgingen. Men kon heksen uitschakelen door ze buiten het dorp te verbranden. Men kon zichzelf ook beschermen tegen de macht van heksen door zijn duimen in zijn vuisten te houden.
Bron
R. Jageneau, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (borgloon)
452
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Klein-Gelmen