Hoofdtekst
Da waren twee joengkheden, ’n broere en ’n zuster en z’aan an mekaar beloofd dat den eersten die stierf giengk were keren no den anderen. De zuster goengk eerst dood en ze kwaam were achter drie dagen in heur kiste, de kiste draaide drie keren omme en de broere zei: “Ach zuster, zou het alzo zien gelijk de boeken het ons wiesmaken; Och zuster, ziet gie in de pien, verkondigt mien hier eens de zaken.”En zi zei: “Al was ’t wel honderd mondenEn in elken mond wel honderd tongen,Broeder, ik U nie zeggen konHoe da die zielen hier zien gedwongen.”
Onderwerp
SINSAG 0450 - Andere Tote spuken.   
Beschrijving
Een broer en een zus hadden afgesproken dat diegene die als eerste zou sterven, na zijn dood zou terugkomen om te laten weten hoe het er in het hiernamaals aan toe ging. Toen de zus drie dagen begraven was en de kist driemaal ronddraaide (?), zei de broer: "Ach zuster, zou het zijn zoals de boeken het ons wijsmaken? Och zuster, heb je pijn? Verkondig mij hier eens de zaken". Daarop sprak de dode zus:
"Al was 't wel honderd monden
En in elken mond wel honderd tongen,
Broeder, ik U niet zeggen kon
Hoe da die zielen hier zien gedwongen".
"Al was 't wel honderd monden
En in elken mond wel honderd tongen,
Broeder, ik U niet zeggen kon
Hoe da die zielen hier zien gedwongen".
Bron
M. Vander Cruysse, Leuven, 1965
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (n van brugge)
239
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Moerkerke