Hoofdtekst
Vroeger meenden ze dat die vuurmannen in een sink zaten. Ne sink zijn van die dikke, hobbelige stammen die langs een wei staan met van boven ne knots aan. Die sinken waren altijd hol en dikwijls opengescheurd. Binnen in was dat hout aan ’t verrotten en dan was dat zo rood. Als ze ’s avonds daar voorbijgingen zegden ze dan: "Pas op daar is ne vuurman" en dan gingen ze hard lopen.
Beschrijving
Vroeger geloofden de mensen dat vuurmannen in holle boomstronken zaten. Het hout in die boomstronken kreeg een rode kleur door verrotting.
Bron
A. Princen, Leuven, 1965
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
limburgs (tussen hasselt en beringen)
65
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Heusden