Hoofdtekst
Ik had een kameraad, de oude R., hij is nu dood. Wij kwamen eens daar aan de school op en hij zei: 'Kijk daar, daar loopt een Madam aan de toren van de kerk op' maar wij zagen niets en hij liep weg. Op een keer zag hij die witte Madam weer aan een 'brier' hier op de straat, ik was weer bij hem en ik zag niets en hij: lopen gelijk een koerspaard. En als we daarna vroegen: 'Waarom zijt gij lopen gegaan?' dan wist hij van niets meer, dat zei hij toch. En dat was geen onnozelaar, hoor, die had gestudeerd.
Onderwerp
SINSAG 0310F   
Beschrijving
Een zeker Royer kwam bij de schoolpoort aan en zei: "Kijk, daar loopt een witte vrouw tegen de kerktoren omhoog!" Zijn vrienden konden niets zien. Op een dag is Royer de witte vrouw achternagelopen. Toen zijn vrienden hem achteraf vroegen waarom hij was gaan lopen, wist hij niets meer.
Bron
F. Beckers, Leuven, 1947
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
zuid-limburgs
De witte juffrouw en de zwarte madam: variante 4
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Royer   
Naam Locatie in Tekst
Rukkelingen