Hoofdtekst
I Werd er nog verteld over overlezen?24 Dat was dan een brandwonde, dat was vroeger in Heukelom gebeurd met een zekere Hoessels. Dat was een kind dat was gebrand van de melk. Melk wat over … -dat had het van het vuur gestoten - de melk was over hem gegaan met suiker in en dat kind was verbrand. En toen zijn ze daar rap de fiets - want een auto hadden ze niet - met de fiets hem gaan laten overlezen. En op het moment dat die vrouw van Hoessels dat kind overlezen had, was de pijn gedaan. Is dat te betrouwen nu? Ze zeggen, ja, dat ge een zeker vertrouwen moet in iets hebben.I Ja, d’r moet in geloven.24 In geloven.I Ik heb gesproken met een pastoor van Valmeer en die overleest nu nog altijd.24 Awel, ziet ge. Dat heb ik aan de hand gehad met die twee oudsten en daar durf ik voor uitkomen dat dat waar is.
Beschrijving
Een kind dat kokende melk over zich heen had gekregen, raakte zwaar verbrand. Nadat men het kind had laten overlezen door een vrouw, had het kind geen pijn meer.
Bron
H. Schoefs, Leuven, 1996
Commentaar
limburgs (groot-riemst)
24R 380
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zichen-Zussen-Bolder