SBOHE0239_0240_29169 - Galgeaas moet iederen dag een druppel bloed hebben (Eine)

Galgeaas moet iederen dag een druppel bloed hebben. Een galgenazeke, dat kreegt ge daar op ne vierknok; mijn vaders broere, Stafke Bauters, had ook eentje en hij kost al doen wat hij wilde. Mijn wijf had daar ne keer geweest en dat kindeke had gezeid: “Mijn vader heeft alzo een schoon beestje,” maar het kreeg slagen van zijn vader omdat het dat gezeid had. Ja, en nu en dan had hij in zijnen hals een rood plekske en dat was omdat dat galgenazeke iederen dag een druppelke bloed moest hebben. Maar hij kost toch wreed veel, want de andere mensen kosten op nen nacht een koe-pontje afwerken, maar hij maakte er drie af op enen nacht. En dan moest hij ne keer verhuizen aan de school en op ne nacht was dat allemaal gedaan en 's nuchtings te vijven zat hij daar al weer te weven. En als hij moest kolen lossen was dat iets buitenmate gelijk dat hij werk kost doen. En lutteren dat hij kost — allee, enen om het eerst op zijne rug leggen — en op de vust lopen op zijn handen. En op zijn hoofd staan en ronddraaien en zijn hoofd bleef staan. Dat was wreed. En alle jaren was er ne prijskamp en hij had dan den eerste prijs voor het zingen en dat was allemaal door dat galgenazeke.

Een man had een galgenaas gekregen nadat hij op een kruispunt van vier wegen was gaan staan. Die man kon alles doen wat hij maar wilde. Soms had hij een rood vlekje in zijn hals omdat het galgenaas iedere dag een druppeltje bloed nodig had. Die man kon in één nacht tijd drie coupons (stukken stof) afwerken, terwijl andere mensen er maar één klaar kregen. In één nacht tijd kon de man een verhuis afhandelen en om vijf uur 's ochtends zat hij alweer te weven. De man kon bijvoorbeeld ook op zijn hoofd staan en ronddraaien zonder dat zijn hoofd bewoog. Ieder jaar won de man bovendien de eerste prijs in een zangwedstrijd.

S. Bohez, Leuven, 1956

3.1 Duivels

oost-vlaams (tussen leie en schelde)

468

Oom van de informant

fabulaat

Eine    Eine