Hoofdtekst
I En vertelden ze dan ook van een zwarte kat dat dat een heks was?6 Ja, ja, dat wel. Maar er zijn nog veel mensen die daar schrik voor hebben. Ik ook.Z Van wat?6 Een zwarte kat.Z Ja?6 Jaja. Ik ook.Y … (= onverstaanbaar) van zwarte katten bang, hé.6 Ik heb daar nu nog schrik van [onverstaanbaar door elkaar gepraat]. Ja, een zwarte kat geeft ongeluk of zo.I Vertelden ze niet dat een zwarte kat, dat dat eigenlijk een vermomde heks was?6 Ja. Maar, bijvoorbeeld, als ge met de auto over straat reedt en ge zaagt een zwarte kat … [onverstaanbaar door elkaar gepraat].Z Van eksters.I Dat die ongeluk brengen.Z Ja.I Ja, zo van die dingen.6 En raven, hé. Van die zwarte, die bestaan bijna niet meer, die grote, zwarte beesten… Wij zeggen daar een raaf tegen, maar dat zijn geen raven.I Dat weet ik niet.6 Dat zijn zo hevige, heel heel dikke, zwarte … Kraaien.I Ah, kraaien.6 En dat zeiden ze ook tegen sommige vrouwen. Dan zeiden ze: "Dat is een echte kraai." Die gaf ook de indruk van iemand die in het zwart gekleed was en zo.
Beschrijving
De mensen geloofden dat zwarte katten en zwarte raven ongeluk brachten.
Bron
H. Schoefs, Leuven, 1996
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (groot-riemst)
6G 183
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zichen-Zussen-Bolder